/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2021%2F09%2FtRV4pQvLpFZgkE1631256738.jpg)
Luciano* (49) zit momenteel een celstraf uit van drie maanden voor het invoeren van een hoeveelheid coke. Twee leden van de parketpolitie leiden hem naar zijn stoel. Twee andere politieagenten zitten in de zaal als belangstellenden. “Als ik straks een bon onder mijn ruitenwisser heb, dan schiet ik jullie door je kankerkop. Klopt het dat u dat geroepen heeft?” vraagt de rechter. “Ik heb voor iedereen respect, ook voor dienders, maar ze moeten niet gaan zuigen. Ze moeten me niet gaan treiteren. Dan word ik boos.” “Dan gaat u dreigen?” vraagt de rechter. “Met alle respect, maar ik heb niemand bedreigd. Ik heb ze alleen gewaarschuwd.”
‘Waar moet ik mee schieten dan? Ik heb toch helemaal geen pistool?’
“Dat u hen door hun kankerkop zou schieten?” informeert de rechter. “Het woord kankerkop heb ik nog nooit in mijn leven gebruikt. Zo praat ik niet. Ook niet met politiemensen. Dat zegt een jochie van twintig misschien, maar ik niet. Ik was emotioneel, ja, en ik héb gescholden, maar niet zo.” Twee agenten in opleiding zien Luciano die middag achter het stuur zitten met een brandende joint in zijn handen. Omdat de THC-speekseltest die ze daarna bij hem afnemen positief blijkt, moet hij, zoals de procedure voorschrijft, mee naar het bureau voor een bloedtest. Zijn auto laat hij noodgedwongen zolang op een parkeerplaats achter. Luciano, die het toch al niet zo heeft op de politie, is op z’n zachtst gezegd not amused. Puur machtsmisbruik, vindt hij. Hij had de joint net opgestoken. Op weg naar het bureau wordt hij steeds opstandiger. Eenmaal aangekomen weigert hij mee te werken aan de bloedtest. Ook nadat hem is uitgelegd dat hij daarmee een misdrijf begaat, wat onder andere tot gevolg heeft dat hij voorlopig zijn rijbewijs kwijtraakt en dus ook zijn auto niet kan ophalen.
De advocate die destijds bij het verhoor aanwezig was, staat hem ook vandaag bij. Haar rol is dus eigenlijk een dubbele – behalve zijn raadsvrouw, was zij ook getuige – maar omdat Luciano het dreigement ontkent, draait zij omzichtig om de hete brij heen. “Meneer heeft allerlei uitingen gedaan, maar hij heeft die zelf geen moment ervaren als zijnde bedreigend,” zegt ze. En: “Mijn cliënt heeft geenszins de opzet gehad om de vermeende bedreigingen te uiten.”
“Hoe kan het dan volgens u dat beide agenten het wel als een dreigement hebben ervaren en daar ook aangifte van hebben gedaan?” wendt de rechter zich weer tot Luciano. “Met alle respect, meneer, maar ze hebben mijn woorden duidelijk verdraaid,” zegt Luciano. De rechter: “Een van de bedreigde agenten schreef in zijn slachtofferverklaring: Ik zal met het idee moeten leren leven dat er iemand rondloopt die een kogel door mijn hoofd wil schieten.” “Waar moet ik mee schieten dan?” pareert Luciano geïrriteerd. “Ik heb toch helemaal geen pistool?” Voor het bedreigen van de twee agenten met de dood krijgt hij een taakstraf van 30 uur. Ook moet hij aan ieder van hen 275 euro smartengeld betalen. Omdat zijn rijbewijs was ingenomen, moest Luciano een vriend vragen om zijn achtergelaten auto van de parkeerplaats op te halen. Die deed dat pas twee dagen later. Onder de ruitenwissers vond hij twee parkeerbonnen. Eentje van 40 en eentje van 240 euro.
* Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban