/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2021%2F08%2FYOGJrZaZlT1HE11629459770.png)
Sylvano* (38) wordt rechtstreeks vanuit de penitentiaire inrichting bij de politierechter afgeleverd.
Waarom hij precies vastzit, weet hij niet, zo blijkt wanneer de rechter ernaar vraagt. Zijn advocaat helpt hem een handje, maar tevergeefs. Nergens gaat een lampje branden. Zijn hele houding heeft een hoog het-zal-allemaal-wel-gehalte. Ook de reden waarom hij vandaag voor de politierechter moet verschijnen, zal hem worst wezen.
“Belediging? Belediging van wie?” vraagt hij terwijl hij onderuitgezakt op zijn stoel hangt.
“Belediging van een tramcontroleur,” herhaalt de rechter de woorden die de officier een paar tellen eerder uitsprak, maar waar Sylvano blijkbaar niets van heeft meegekregen.
“Dat is niet zo netjes,” zegt hij.
“In lijn 16. Herinnert u zich dat?”
“Al slaat u mij dood, mevrouw.”
“Een controleur vraagt u naar uw kaartje,” begint de rechter dan maar aan een samenvatting van het proces-verbaal.
“Wanneer u dat niet kunt tonen, wordt uw ID gevorderd, maar dat weigert u te laten zien. In plaats daarvan...”
“Bent u er nog bij, meneer?” onderbreekt de rechter zichzelf.
“Hoezo?” vraagt Sylvano.
“Omdat u een heel andere kant op kijkt.”
“Ik ben een en al oor, mevrouw.”
“In plaats daarvan begint u vrijwel onmiddellijk te schreeuwen en te schelden,” vervolgt de rechter.
“Woorden als kankerhomo en kankerflikker.”
“Toe maar,” zegt Sylvano.
“U zou ook tegen de controleur hebben geroepen dat u zijn vrouw had geneukt.”
“Nou, nou, nou, ze hebben er wel weer een mooi verhaal van gemaakt, zeg!” zegt hij terwijl hij zich verveeld uitrekt.
Behalve van het beledigen van de tramcontroleur wordt hij ook verdacht van het mishandelen van een hostelmedewerker. Naar aanleiding van eerdere misdragingen was hij bij het hostel niet langer welkom. Toen hem dat werd meegedeeld, smeet hij eerst een pennenbak naar het hoofd van de man, sloeg hem daarna met een vuist in zijn gezicht en duwde hem vervolgens hard tegen een bar aan. Bij het verlaten van het pand smeet hij nog een fles aan scherven.
“Zo is het helemaal niet gegaan,” zegt Sylvano.
“Hoe is het volgens u dan wel gegaan?”
“Weet ik veel, maar niet zo.”
“Waarom zouden al deze mensen over u liegen?” vraagt de rechter.
“Ik heb geen idee, mevrouw, maar blijkbaar gebeurt het.
Mijn ex beschuldigt mij ook van dingen die ik nooit heb gedaan. Ik zou haar geslagen hebben. En nog een andere vrouw ook. Dat is pure bullshit, maar ondertussen mag ik al twee jaar mijn eigen kinderen niet meer zien. Zodra ik voor de deur sta, belt ze de politie. Wat moet ik dan?”
“Denkt u niet dat het ook een beetje door uw houding komt?” oppert de rechter voorzichtig.
“Wat moet ik dan? Zo gaan zitten?” vraagt hij terwijl hij zichzelf in een vreemde positie vouwt.
“De reclassering rapporteert ook dat u erg snel boos of geïrriteerd bent,” negeert de rechter zijn humor. “En eerlijk gezegd ervaar ik dat zelf...”
“IK BEN HELEMAAL NIET BOOS OF GEÏRRITEERD!” reageert Sylvano boos en geïrriteerd. Zijn advocaat maant hem tot kalmte.
“Ik ben helemaal niet boos of geïrriteerd,” herpakt hij zichzelf.
“Ik ben emotioneel. Natuurlijk ben ik emotioneel. Vind je het gek? En trouwens, bij de reclassering doen ze helemaal niets voor me. Het enige dat ik van ze vraag is dat ze een huis voor me regelen. Nou, vergeet het maar.”
‘IK BEN HELEMAAL NIET BOOS OF GEÏRRITEERD!’ reageert Sylvano boos en geïrriteerd
“De reclassering is er niet om een huis voor u te regelen, meneer. Ze zouden u daarbij kunnen helpen, maar dan zult u zich wel iets anders moeten opstellen, want met deze houding werkt u zich alleen maar verder in de problemen. Ik merk het zelf vandaag ook. U kijkt demonstratief een andere kant op wanneer ik met u praat, u hangt ongeïnteresseerd in uw stoel, u onderbreekt mij om de haverklap...”
“Omdat u niet naar mij luistert,” verzucht Sylvano.
“Niemand luistert.”
Voor de belediging en de mishandeling krijgt hij zes weken cel, waarvan de helft voorwaardelijk.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Adrien Stanziani