/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2021%2F07%2FvbClDBM5MD8yQu1626442502.png)
Ontsnapt aan het leger van Dubai
De woestijn in het zuiden van het Arabisch Schiereiland is een kookpot. Zeker boven de 50 graden. We zijn in het steenrijke oliestaatje Dubai aan het filmen voor ons dossier 'De Man van 25 Miljoen'. De zaak gaat over een Amsterdamse bankmedewerker die stiekem een bedrag van 25 miljoen gulden heeft doorgesluisd naar een Arabische geldhandelaar. Uit het politiedossier waarop wij de hand wisten te leggen, blijkt dat de rekeninghouder hier woont. Ons doel: het traceren van de miljoenen en het laten zien hoe kinderlijk eenvoudig het is om een astronomisch geldbedrag van een bank te pikken.
Voor een paar presentatieteksten (standuppers in het tv-jargon) zijn we met een taxi op zoek naar een mooie locatie in de woestijn. Een plek die de sfeer van het land ademt. Liefst zandduinen, met een oase op de achtergrond en een paar kamelen die terloops passeren. Voor wie ooit in Dubai is geweest: een dergelijk tafereel is eenvoudig te vinden. Je hoeft er maar tien minuten in willekeurige richting voor de stad uit te rijden. Maar onze taxichauffeur - die we toch nadrukkelijk van onze bedoelingen op de hoogte hebben gebracht - blijft maar doorjakkeren. De uren verstrijken en iedere keer dat we hem ernaar vragen, gebaart hij dat we er nog niet zijn.
Intussen hebben de kamelen, de oases en de zandduinen plaatsgemaakt voor grillige rotsformaties. Het landschap wordt er alleen maar lelijker op en Peter begint zich nu behoorlijk op te vreten. "Kan die man niet omkeren. Zo meteen is het donker en hebben we niets." Maar de man rijdt stug door en nog geen tien minuten later doemt in de verte een groot, roestig bord op. Als we het passeren lees ik nog net de afgebladderde letters Welcome to the Sultanate of Oman.
Probleem. We zijn illegaal in het buurland Oman beland. Die stomme taxichauffeur is zo besluiteloos en onderdanig dat hij geen enkele beslissing durft te nemen en dus nooìt op eigen initiatief zijn auto zou stoppen. En omdat er langs deze desolate woestijnweg geen bemande grenspost is, heeft niemand ons staande gehouden. We moeten hier als de bliksem weer weg. Een buitenlands camerateam dat de misdaad in een Arabisch land aan de kaak stelt en stiekem de grens met een buurland oversteekt: dat is lastig uitleggen in dit soort oorden. Bovendien staat in mijn paspoort ook nog dat ìk in Israël ben geboren. Niet echt een aanbeveling hier.

Ongezien glippen we even later weer het veilige Dubai binnen. Maar veilig is hier een nogal betrekkelijk begrip, ontdekken we later die middag. Na een paar uur terugrijden komen we weer in filmisch gebied. Eindelijk iets wat de kijker wil zien. Maar het prachtige landschap blijkt ontoegankelijk. Zover het oog reikt staat een hek langs de snelweg die de zandwoestijn van ons scheidt. Er hangen ook wat borden met Arabische - en dus voor ons onleesbare - teksten aan de omheining. De moed zinkt ons in de schoenen. Voorde reportage is de opname die we nu willen maken best belangrijk. Je bent in een ver exotisch oord en daar niets van laten zien aan de kijker is doodzonde.
Dan ziet de cameraman plotseling een gat in het hek. En het is precies groot genoeg voor onze taxi. De chauffeur voelt nattigheid en kijkt alsof hij het ieder moment in zijn broek gaat doen, maar nu zijn wij de baas. Geen gezeur! Rijden met die kar! En even later ploegt de auto door het ruwe woestijnzand. De man sputtert herhaaldelijk dat we illegaal bezig zijn en dat het gevaarlijk is. Maar daar hebben we na zijn misser van eerder die middag natuurlijk totaal geen boodschap aan. We laten hem dus maar een flink stuk de woestijn inrijden.
De verzengende hitte valt als een deken op ons als we uit de taxi met airconditioning stappen. Het is hier erg mooi. Een groepje van vijf kamelen staart ons aan en tot aan de horizon bestaat het landschap uit kleine zandduinen. Nu pas valt ons op dat we zijn gestopt op een kleine vlakte die lijkt te zijn aangelegd. Peter en ik bukken tegelijk en rapen allebei een paar koperen kogelhulzen van de grond. Er liggen er tientallen. We kijken elkaar aan. We staan midden op een soort schietbaan. Maar er is verder niets te zien dat wijst op enige militaire activiteit. Bovendien nadert de avond en we willen per se de opnamen maken. Niet te lang bij stilstaan dus.
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama.
- Paul Tolenaar