Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
In de voetsporen van Barney

In de voetsporen van Barney

Het glas is bij hem altijd halfleeg, hij kan slechter tegen zijn verlies dan een kind van vijf en hij is zonder twijfel de grootste dramaqueen uit de Nederlandse sportgeschiedenis. Toch houden we van hem. Panorama gaat op zoek naar de roots van vijfvoudig wereldkampioen darts Raymond van Barneveld (54). Game on!

Hallo? Is daar iemand?” hoor ik mezelf zeggen wanneer ik een voetstap over de drempel zet van Barney’s Darts en Trophies aan de Goudsbloemlaan 3 in Den Haag. Mijn slungelachtige bovenlijf is gehuld in een iets te groot Barney-shirt, om mijn nek hangt een Barney-sjaal en mijn gezicht is deels verstopt achter een Barneymondkapje. Voor een volwassen man zie ik er waarschijnlijk uit alsof ik zwakzinnig ben. Maar ik kan het uitleggen, hoop ik. Ik ben vandaag op bedevaart.

“Goedemorgen,” zegt een man die in een deuropening verschijnt en mij van onder zijn donkere kuif met grote ogen in zich opneemt.

“Jij moet Marco zijn.”

Het is Ben Smit, de verkoper bij wie ik mijn komst per mail heb aangekondigd. Afgelopen november, net voordat de niet-essentiële winkels op slot gingen, opende hij de deuren van deze Barneyfanshop. Het was na een carrière in de horeca zijn eigen idee geweest om dit kleine eerbetoon aan de grootste darter van Nederland (sorry Michael van Gerwen) op te zetten. Toen hij Barney daarover polste, bleek de voormalige postbode het zo’n goed idee te vinden dat hij samen met Ben medeeigenaar van de fanshop werd. Dit alles hier is het resultaat. Over de volle breedte van de muur hangen Barney-pijlen, Barney-shafts en Barney-flights. Een andere muur is vol gespijkerd met tientallen foto’s van hem en zijn grootste tegenstanders. Maar waaraan ik mij het meest vergaap, is de kleine, donkere ruimte in het midden van de winkel: zijn prijzenkast. Het is net alsof ik het museum van een voetbalclub binnenstap, met het verschil dat de bekers niet door verschillende teams zijn gewonnen, verspreid over meerdere decennia, maar door één en dezelfde man.

De Haagse ‘Barney experience’.

Achter glas is in het midden van deze ‘Barney experience’ een speciaal plekje ingeruimd voor de Embassy-beker uit 1998, zijn eerste wereldtitel. In een andere glazen kast, weggestopt in een hoek, staat zijn laatste wereldbeker: die uit 2007. Ik begin nog net niet te janken van geluk. Ze stáán er nog. “Ik ben er wel een beetje klaar mee,” verzuchtte Van Barneveld een jaar geleden, op een toon alsof het om zijn postzegelverzameling ging, in plaats van zijn wereldtitels.

Het had niet veel gescheeld of hij had ze verpatst.

“Waar ga je vandaag nog meer naartoe?” vraagt Ben.

“Sowieso de huizen waar hij heeft gewoond en de kroegen waar hij heeft gedart,” som ik op.

“Misschien wil ik ook bij zijn bedrijfspand langsgaan. Heeft hij die nog?”

“Jazeker,” zegt Ben. “Misschien is hij er nu wel.”

Misschien is hij er nu wel. Die zes woorden moet ik even tot me laten doordringen. Als jochie van 11 stond ik eens met knikkende knietjes naast hem, de dartkoning van Nederland, terwijl mijn vader snel het knopje van zijn camera indrukte. Zou er vandaag opnieuw een foto met Barney in zitten?

Als jochie van 11 stond ik eens met knikkende knietjes naast de dartkoning van Nederland. Zou er vandaag opnieuw een foto met Barney in zitten?

Coffeeshop

De plek in Den Haag waar Barney is opgegroeid, is de Wesselsstraat in de volkswijk Transvaal. Ik weet niet precies wat ik ervan had verwacht toen ik besloot er een bezoekje aan te brengen. Het is een straat met aan weerskanten rijtjeshuizen. Meer niet. Een straat die er aan alles aan doet om te verhullen dat hier ergens de wieg heeft gestaan van de eerste Nederlandse wereldkampioen darts. In de Akkerstraat in Amsterdam is dat anders: daar hoef je niet lang te zoeken naar het ouderlijk huis van Johan Cruijff. Tegen de binnenkant van het raam hangt daar een plakkaat met daarop een beeltenis van de legendarische nummer 14. Hier hangt helemaal niets. Nog geen sticker van een dartpijl. Zelfs niet op een lantaarnpaal. En dat terwijl Raymond van Barneveld toch echt de Johan Cruijffvan het darts is. Althans: zo noemt hij zichzelf.

Feit is in ieder geval dat Barney op 20 april 1967 geboren wordt en hier ergens in deze straat opgroeit in een gezin met vader Rob, moeder Anneke en zus Bianca.

Hun huisje is klein. Zo klein dat Raymond samen met Bianca een slaapkamer deelt. Het gezin heeft het niet breed. Vader Rob moet als timmerman hard werken om als gezin de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Het Zuiderparkstadion van ADO Den Haag twee blokken verderop bezoekt de familie nooit. Kaartjes zijn te duur. Desondanks is Raymond als kind gelukkig. Op jonge leeftijd zul je hem nog niet horen zeggen dat hij walgt van zichzelf of dat het leven geen zin meer heeft. In de levendige wijk met de Grote Markt als trekpleister bouwt hij veel vriendschappen op. Is hij buiten niet aan het stoepranden, dan hangt hij wel het boefje uit en bekogelt hij voorbijrijdende trams met rotte tomaten. Bovendien rent hij in die tijd regelmatig en met plezier achter een voetbal aan, iets wat je je tegenwoordig niet snel meer kunt voorstellen, het lijkt alsof hij jaren geleden een kussen heeft ingeslikt om het nooit meer uit te spugen.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Sport
  • Goffe Struiksma