Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Het rollercoasterleven van Dokter XTC

Het rollercoasterleven van Dokter XTC

Uit de editie van 29 januari 2020: Zo’n dertig jaar geleden veranderde een Belgische arts uit Hasselt eigenhandig de interesse van zo’n beetje de hele Nederlandse misdaad. Door Danny Leclère schakelde bijna iedereen over van wiet naar de handel in xtc. Wie was deze Leclère? Marian Husken heeft een boek over hem geschreven: “Mensen omschrijven hem als een snelle babbelaar.”

Een xtc-pilletje verhoogt het genot en brengt je in vervoering, je kunt er urenlang mee dansen in extase of relaxed chillen.

De liefhebbers zweren erbij. In de jaren negentig werd overal in de wereld volop gefeest op megahouseparty’s: de prettabletten waren daarbij nauwelijks aan te slepen. In tegenstelling tot nu kon toen niet iedere heikneuter met behulp van een internetrecept in zijn keuken of garage de verboden synthetische drugs maken. De pas afgestudeerde Vlaamse medicijnenstudent Danny Leclère zag destijds daarom een kans voor zichzelf. En die greep hij. Hij had een nieuwe loepzuivere chemische formule voor xtc bedacht waar hij fier op was. Het was een partypil die niet zou worden verboden, hoopte hij. Maar de politie had daar duidelijk een andere opvatting over: zijn ‘duifjes’ waren niet legaal. De bijnaam van de jonge arts zou Dokter XTC worden.

Leclère kon met zijn criminele carrière het voorbeeld zijn geweest van de superslimme scheikundeleraar Walter White uit de Netflixserie Breaking Bad. Hij en zijn Nederlandse vrienden hoorden tot de eersten die xtc-tabletten op megaschaal konden produceren.

De dokter wist de fabricage van de partydrugs zelfs zo op te schroeven, dat de bendeleden binnen de kortste keren multimiljonair waren geworden. Zo zette hij Nederland op de kaart als het Colombia van het Noorden – een zware kwalificatie die standhoudt tot de dag van vandaag. Leclère was daarbij politie en justitie bovendien ook nog eens te slim af. Zowel in Vlaanderen als in Nederland liepen er drugsonderzoeken naar hem en toch wist hij jarenlang buiten de gevangenismuren te blijven. Totdat het mis ging. Op Hemelvaartsdag, 20 mei 1993, werd Danny Leclère op de ringweg van Amsterdam geliquideerd. Waarom moest dokter Danny dood? Wie had er belang bij dat hij van het toneel verdween?

Het wrede einde van Dokter XTC: Danny ligt dood achter het stuur van zijn Fiat Croma.

Hulp van de overheid

Bij leven ging de Hasseltse arts om met de fameuze drugshandelaren Ton van D. en Ronald van E. En ook de beruchte vastgoedmagnaat en later vermoorde Willem Endstra hoorde tot hun eerste pillenbende. Nadien trok Leclère op met de criminele kopstukken Mink Kok, Jan Femer en Stanley Hillis, alias de Ouwe. Dit trio aasde eveneens op de megawinst die met de smokkel van Leclère’s synthetische drugs viel binnen te slepen. Zij kregen bij hun illegale activiteiten – pikant detail – zelfs de hulp van de overheid, althans van politie en justitie. Miljoenen xtc-pillen konden onder toeziend oog van rechercheurs worden geëxporteerd naar Engeland zonder dat het Openbaar Ministerie ingreep.

Dit alles leidde tot een juridisch schandaal dat zijn weerga niet kende: de zogenaamde IRT-affai-re, vernoemd naar het Interregionaal Rechercheteam Noord-Hol-land/Utrecht dat bij deze creatieve opsporingstactiek was betrokken. Parlementariërs, criminologen en journalisten deden daarna onderzoek hoe het zo uit de hand kon lopen. Dikke rapporten zijn erover verschenen. Het deksel werd vervolgens op de beerput gelegd. De drugsdossiers van het IRT uit die tijd werden besmet verklaard. Er zijn daardoor nog altijd onopgeloste kwesties – zoals de cold case Danny Leclère. Waarom belandde deze moordzaak op de plank? Wie kreeg na zijn dood Leclère’s superieure recept voor de partypillen in handen? En waar bleven de drugsmiljoenen van Dokter XTC?

'Opgeruimd staat netjes. Als ze elkaar uitmoorden, scheelt dat ons werk'

Band aan flarden

De Telegraaf van vrijdag 21 mei 1993 lag nog dubbelgevouwen op tafel. Ze staarde die ochtend een beetje wazig voor zich uit, zegt de blonde vrouw tegenover me. De dag ervoor had zij rond een uur of zes een onverklaarbare zware aanval van hoofdpijn gekregen. Al is ze niet bijgelovig, achteraf stelde ze vast dat dít het fatale moment moet zijn geweest. Ze was nog in Antwerpen voor haar werk in de reclamewereld en probeerde rond dat tijdsstip haar vriend Danny Leclère op zijn autotelefoon te bereiken. “Tot drie keer toe, maar hij nam niet op.” Ze had met hem afgesproken voor het weekend.

Ik noem haar Karin Janssens. Ze ziet er verzorgd en arrivé uit en ze wil liever niet met haar echte naam in dit boek. Deze episode in haar leven heeft ze al lang achter zich gelaten, vertelt ze. Ik spreek haar thuis en vanaf haar eettafel kijk ik uit op het groen rond Rotterdam. Haar leeftijd is moeilijk te schatten. Ze oogt veertig, maar de geschiedenis leert dat ze ouder moet zijn. Karin keek naar de helft van een foto op de voorpagina van de ochtendkrant, zegt ze. Ze zag de wielen van een auto. Het kenteken was duidelijk herkenbaar: YV77-BF. Dat nummer… ineens drong het tot haar door: dat is Danny’s auto! Ze klapte De Telegraaf meteen helemaal open: ‘Weer liquidatie Maffia’, stond boven de foto van Leclère’s donkerblauwe Fiat Croma. “Een nog onbekende bestuurder is gisteren, op Hemelvaartsdag 20 mei 1993, op klaarlichte dag beschoten,” las ze.

De verslaggevers Joost de Haas en John van den Heuvel schreven dat de Amsterdamse politie in het duister tastte over de identiteit van de man die rond zes uur die dag werd vermoord.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de Panorama van 29 januari 2020. Benieuwd naar de rest van het verhaal? Lees het via Blendle.