Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Frenkie en de zaak van de gestolen oorplastieken'

Frenkie jatte twee sets oorplastieken uit een postvak. En ook al had hij geen idee wat hij in zijn zak stak, dat maakt het niet minder strafbaar.

Bij de politierechter: 'Frenkie en de zaak van de gestolen oorplastieken'

Het vermoeden bestaat dat Frenkie* (27) twee sets oorplastieken heeft gestolen. De officier van justitie is daar zelfs vrij zeker van. De diefstal van de oorplastieken zou bovendien gepaard zijn gegaan met enige vorm van ‘braak’ of ‘verbreking’, maar Frenkie ontkent dat ten stelligste. De oorplastieken lagen volgens hem gewoon op de grond. Hij hoefde ze alleen maar in zijn zak te steken.

En zo is het woord oorplastieken binnen een minuut al zeker drie keer gevallen zonder dat iemand precies lijkt te weten wat het eigenlijk zijn. Ook Frenkie zelf niet.

“Omschrijft u het nou eens in uw eigen woorden,” vraagt de rechter.

“Wat zijn het nou eigenlijk, oorplastieken?”

“Tja,” begint Frenkie, die een paar glanzend zilveren Nikes draagt en een joggingpak met een duizelingwekkend kronkelpatroon.

“Het is zeg maar een soort doosje, weet je. Met een ritsje erin. Het leek mij wel handig voor een paar sleutels of zo, je weet toch?”

De rechter knikt bedenkelijk. Van Frenkies antwoord klopt niets.

Wat hij omschrijft is het opbergdoosje waarin de oorplastieken – op maat gemaakte kunststof gehoorbeschermers, ook wel ‘otoplastieken’ genoemd – geleverd werden. Hij had duidelijk geen flauw idee wat hij in zijn zak stak. En ook de rest van zijn verhaal rammelt aan alle kanten.

“Wat deed u daar nou eigenlijk, in dat portiek of portaal, op Tweede Kerstdag?” wil de rechter weten.

“Nou, het was winter, weet je en je weet zelf dat het dan best wel koud is,” steekt Frenkie opnieuw opvallend familiair van wal. “En wij wilden even een peukje roken, weet je, gewoon even uit de wind en zo, je weet toch? Dus wij stonden daar gewoon te chillen eigenlijk, en toen zag ik die doosjes op de grond liggen, weet je, en toen heb ik die gewoon in mijn zak gestoken. Leek me wel handig, toch? Maar toen was er ineens overal politie, met honden en zo, weet je wel.”

“Hoe was u binnengekomen?” vraagt de rechter.

“De deur stond gewoon open, toch,” zegt Frenkie schouderophalend. Zijn lezing van het verhaal wijkt sterk af van die van anderen.

Een bewoner van het pand, dat meerdere adressen telt, hoort die avond een harde dreun – ‘alsof iemand een deur intrapt’ – en gaat op onderzoek uit. Bovenaan de trap blijft hij staan. Beneden zijn twee mannen bezig om enveloppen en pakketjes uit de verschillende postvakken te trekken en te openen. Stilletjes sluipt de bewoner terug naar zijn woning waar hij direct 112 belt. Kort nadat hij heeft opgehangen, hoort hij tot zijn schrik voetstappen op de trap. Ze komen naar boven...

De politie vindt Frenkie even later inderdaad op de eerste verdieping van het pand. Zelf houdt Frenkie nog altijd vol dat hij nooit boven is geweest, maar zijn woorden gaan bij de rechter inmiddels – bij een gebrek aan oorplastieken– het ene oor in en het andere meteen weer uit. In januari van dit jaar werd hij nog voor een woningoverval veroordeeld tot een celstraf van 264 dagen, waarvan negentig voorwaardelijk. Van dat laatste deel mag hij er nu alsnog dertig gaan uitzitten. Als hij daarmee klaar is, ligt er een verse werkstraf van negentig uur op hem te wachten.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.

Misdaad
  • Jochem Davidse
  • Petra Urban