Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'de vriend van de zakkenroller'

Stefano heeft vette pech: zijn vriend rolde een portemonnee, maar hij krijgt de schuld. Tot overmaat van ramp verstopte dezelfde vriend ook nog wat harddrugs in zijn zak.

Bij de politierechter: 'de vriend van de zakkenroller'

Het is half vier ’s nachts in de nacht van vrijdag op zaterdag, maar dat betekent op de Amsterdamse Zeedijk niet dat het rustig is op straat. Integendeel. Veel cafés vegen de laatste bezoekers de deur uit, een enkele kroeg is nog open. In de smalle uitgaansstraat wemelt het van de mensen in alle denkbare stadia van dronkenschap en onoplettendheid. Voor zakkenrollers is dit hét moment om toe te slaan.

“Hé,” roept een man wanneer hij beweging voelt in zijn kontzak. Verschrikt draait hij zich om en staat dan oog in oog met een donkere man in een wit trainingspak die het direct op een lopen zet. De beroofde man voelt nog eens in zijn kontzak. Die is leeg.

“Hij heeft m’n portemonnee! Hij heeft m’n portemonnee!” roept hij terwijl hij de achtervolging inzet. De man in het witte trainingspak komt niet ver. Door omstanders wordt hij tot twee keer toe getackeld en al snel ligt hij languit op de Zeedijk.

Twee toegesnelde fietsagenten hebben hem als eerste te pakken, dan komt ook het slachtoffer aangesneld. In één beweging grist hij zijn portemonnee uit de hand van de man die hem gerold heeft. Na een fouillering blijkt de man ook nog 10 mdma-pillen en 0,65 gram cocaïne op zak te hebben.

Stefano houdt stug vast aan les één van het handboek voor verdachten: altijd alles ontkennen

Ondanks de vele ooggetuigen houdt Stefano* (22), een jongen met een baardje, een snor en een zware stem, stug vast aan les één van het handboek voor verdachten: altijd alles ontkennen. Hij was met een vriend die avond. Een vriend van wie hij de achternaam niet meer weet. Niet hij, maar die vriend was degene die de portemonnee uit de kontzak trok. Stefano zelf had naar eigen zeggen geen idee wat er gaande was. Het enige dat hij zich herinnert is dat hij iets in zijn handen gedrukt kreeg en daarna zijn vriend hoorde roepen: “Rennen!”

“En dat deed u dan maar?” vraagt de rechter.

“Ja,” zegt Stefano.

“Omdat uw vriend dat zei?”

“Ja,” zegt Stefano.

“En u had geen idee wat u in uw handen had?” vraagt de rechter.

“Ik had niks in mijn handen,” zegt Stefano.

Met grote ogen van verbazing kijkt de rechter hem aan.

“Maar u had toch die portemonnee in uw handen?”

“Nee hoor,” zegt Stefano. “Die heb ik gelijk laten vallen. Daarna ben ik pas gaan rennen.”

Daar is de rechter even stil van. Behalve het slachtoffer verklaarden ook de twee agenten dat hij de portemonnee bij zijn aanhouding in zijn hand had. Ook Stefano zelf verklaarde dat later die nacht op het politiebureau.

“Maar nu ontkent u dat?” vraagt de rechter voor de zekerheid.

“Klopt,” zegt Stefano droog.

Ook voor de bij hem aangetroffen harddrugs moet de rechter volgens Stefano niet bij hem zijn. Ook die waren van zijn vriend wiens naam hij jammerlijk vergeten is.

“Maar u had ze toch op zak?” vraagt de rechter.

“Dat had die vriend in mijn zak gedaan,” zegt Stefano.

De rechter zucht een moedeloze zucht. Voor beide feiten veroordeelt ze hem tot een taakstraf van 150 uur, waarvan 50 voorwaardelijk. Maar dat heeft Stefano vast wel voor zijn vriend over.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.

Misdaad
  • Jochem Davidse
  • Petra Urban