/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2020%2F10%2FyUthAz41SCNXWV1601905540.jpeg)
Het was zelfverdediging,” zegt Wouter* (25). “Hij viel mij aan.”
“Houdt u van uw vader?” vraagt de officier van justitie.
“Zeker,” zegt Wouter. “En houdt hij van u?”
“...Ik denk het wel.”
Tussen de laatste vraag en het laatste antwoord zit een korte maar veelzeggende stilte. Een paar maanden geleden sloeg Wouter zijn vader een gebroken neus en een hersenschudding. De aanleiding was een ruzie over de auto van zijn vader. Volgens Wouter was hem beloofd dat hij die mocht lenen, maar op de dag dat hij hem nodig had, wist zijn vader van niets. Schreeuwend stonden de twee tegenover elkaar. Toen Wouter woedend zijn ouderlijk huis verliet, rende vader hem achterna. Buren zagen daarna hoe de zoon zijn vader midden op straat met een vuistslag buiten westen sloeg en nog zeker twee keer hard op hem in trapte toen de man al roerloos op de grond lag. Zijn moeder belde de politie.
De vraag of een verdachte van zijn vader houdt is in de rechtbank niet een heel gebruikelijke. Maar de officier kent Wouter al een tijdje. Lang genoeg om te weten dat er achter het incident veel meer zat dan het niet mogen lenen van een auto. In december 2014 waagt Wouter voor het eerst een poging om naar Syrië af te reizen om zich daar aan te sluiten bij IS of een soortgelijke terreurgroepering. Zijn plan mislukt. In Turkije loopt hij tegen de lamp. Een paar maanden later wordt hij uitgeleverd aan Nederland. In afwachting van zijn proces verblijft hij in een huis van bewaring waar hij vanwege psychische problemen op de afdeling Forensische Psychiatrie belandt.
Maar niet voor lang. Hij ontsnapt. En hoewel zijn paspoort is ingenomen en hij internationaal als terreurverdachte geregistreerd staat, weet hij toch opnieuw de Turks-Syrische grens te bereiken. Daar slaan de Turkse autoriteiten hem in het voorjaar van 2016 voor een tweede keer in de boeien en wordt hij voor een tweede keer op het vliegtuig terug naar Nederland gezet. Voor ‘een poging deel te nemen aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van moord en doodslag met een terroristisch oogmerk’ veroordeelt de rechtbank hem tot 31 maanden cel.
De officier van justitie die destijds met zijn zaak was belast, is dezelfde als vandaag. En dat is geen toeval. Syriëgangers worden ook na het uitzitten van hun straf strikt gemonitord. Zo weet de officier van justitie ook dat de vader-zoonrelatie, die toch al niet bepaald voorbeeldig was, sindsdien ernstig is verstoord. Niet in de laatste plaats omdat zijn vader door Wouters terroristische ambities zijn baan verloor bij de AIVD. Met alle ellende van dien.
“Heeft u uw vader sinds die laatste ruzie nog gesproken?” vraagt de officier.
“Nee,” zegt Wouter.
“Zou u dat wel willen?”
“Heel graag.”
“Wat zou u dan zeggen?”
Wouter haalt zijn schouders op. Voor de poging tot zware mishandeling legt de rechter hem een taakstraf op van veertig uur en een voorwaardelijke celstraf van zes weken. Daarnaast zal hij zich moeten houden aan een meld- en behandelverplichting bij de reclassering. Voor zelfverdediging of noodweer zit in het dossier geen enkel bewijs, vindt de rechter.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Jochem Davidse
- Petra Urban