We herinneren het ons nog als de dag van gisteren: premier Rutte die in zijn persconferentie voor het eerst het woord 'groepsimmuniteit' liet vallen. Heel Nederland krabde zich achter zijn oren: groepsimmuniteit, wat was dát dan?
Inmiddels zijn we beter op de hoogte: door onze intelligente lockdown zorgen we ervoor dat niet teveel mensen tegelijkertijd ziek worden. Op die manier kunnen onze ziekenhuizen de toestroom van coronapatiënten aan. Maar uiteindelijk zal een groot deel van de bevolking het virus krijgen. Alleen het liefst niet tegelijkertijd. Daarom hanteren we nog steeds maatregelen: zodat onze ziekenhuizen de druk aan kunnen en zo langzamerhand een steeds groter deel van de bevolking antistoffen tegen het virus aanmaakt. Alleen blijkt dat laatste niet zo snel te gaan als gehoopt.
Groepsimmuniteit bij 60%
Dat meldt het AD op basis van cijfers die ze bij bloedbank Sanguin hebben opgevraagd. Daaruit blijkt dat inmiddels zo'n 5,5% van de bloeddonoren antistoffen tegen het coronavirus heeft aangemaakt. In april was dit 3%. Onderzoekers noemen deze cijfers een 'bescheiden stijging'. Om het in perspectief te plaatsen: bij 60% zou er sprake zijn van groepsimmuniteit. Verwacht wordt dat het nog wel 2 jaar kan duren voordat dit gerealiseerd wordt.
Hans Zaaijer is de onderzoeksleider bij Sanguin en zegt hierover het volgende: "De maatregelen werken, waardoor het virus zich minder snel over de bevolking verspreid, maar daarmee is groepsimmuniteit ook steeds verder weg. Om het virus echt uit laten doven zal een vaccin dus de redding moeten zijn en niet het gedoseerd over de samenleving laten komen van corona."
- Corina Rainer via Unsplash