/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fcore%2Fpanorama-fallback1.png)
Waar hebben we het vandaag eigenlijk over? Iedere dag lichten we een gespreksonderwerp uit waar je het met je collega's over kunt hebben. Want dat geklaag over de baas en het weer gaat natuurlijk ook wel eens vervelen. Vandaag: de moordbroers.
Dertig jaar cel voor drie gruwelijke roofmoorden in Drenthe. Dat was in 2015 de uitspraak tegen 'moordbroers' Admilson en Marcos R. Admilson kreeg daarnaast nog tbs plus dwangverpleging. Het Openbaar Ministerie (OM) is het hier niet mee eens: justitie wil de broertjes voor de rest van hun leven achter slot en grendel zien. Dus ging het OM in hoger beroep. Dat hoger beroep begon gisteren voor de rechtbank van Leeuwarden. Toen mocht de aanklager haar zegje doen. En ja, het OM eist alsnog levenslang. Want, zoals de advocaat-generaal bepleitte, de daden van de broers zijn in de ogen van het OM buitengewoon ernstig en hebben veel leed veroorzaakt. Bij de slachtoffers en bij de nabestaanden. Vandaag krijgt de verdediging het woord.
Wat er precies is gebeurt op het doorgaans zo rustige Drentse platteland? Vorig jaar, in editie 49, verscheen in Panorama het volgende verhaal over de moordbroers, die een echtpaar en een wandelaar om het leven brachten.
Lees hier meer misdaadnieuws
'Geef me fokking levenslang!'
“Er ligt een beest onder het bed,” zegt Greet Veenendaal uit Exloo tegen haar man Jan. Het is 24 juli 2013, een mooie avond die volgt op een lome zomerdag. De 77-jarige Greet ziet de moddersporen die eindigen bij het bed en trekt de lakens opzij. Een paar uur later zijn zij en haar man allebei dood. De gruweldaden van twee moordbroers: de reconstructie en de rechtszaak.
Admilson (29) en zijn 28-jarige broer Marcos R. houden de woning van de twee al een week in de gaten. In een overdekt kampement dat ze in het bos bouwden met takken en zeil hebben ze geslapen in legerslaapzakken, ze observeerden het huis, de bewoners. Zo weten ze al hun rituelen, hoe laat ze naar bed gaan en dat de buren niet thuis zijn. Ze hebben sokken om hun schoenen gedaan om geen geluid te maken. Door het slaapkamerraam zijn ze naar binnen geklommen. Al die voorbereidingen hebben ze uit een boekje, dat ze hun 'bijbel' noemen.
Jan en Greet zijn een perfecte prooi, want op leeftijd, niet zo weerbaar, ze hebben geen beveiliging, maar wel een mooi huis, dus zal er wel wat te halen zijn, redeneren de broers. En, zo zal Marcos later verklaren bij de politie, het is nummer 7, een geluksgetal.
Greet Veenendaal ziet de oudste van de broers op haar man af lopen. Het lijkt op een soort omhelzing. Admilson is voorbereid om klappen uit te delen, maar het is niet nodig, de bejaarde man is rustig en vooral bezig zijn vrouw te kalmeren. De broers doen alles volgens hun bijbel. Lichten uit. Gordijnen dicht. Ze spreken elkaar aan met nummers. Ze hebben het er nog over gehad om Marokkaanse schuilnamen te verzinnen, maar uiteindelijk werden het '7' en '12', want 'dat is positief'.'
Gillen en krabben
Ze ontfutselen de Veenendaals hun bankpasjes en pincodes en dwingen Jan de voicemail in te spreken: beste beller, wij zijn drieënhalve week naar de Achterhoek en dus niet bereikbaar, spreek iets in en we bellen terug. Piep. Pas de vijfde keer lukt het. Ze laten Greet een briefje voor de buren schrijven met dezelfde boodschap. Ze hebben uitgerekend hoeveel geld ze in die drieënhalve week kunnen pinnen.
Met tiewraps binden ze de Veenendaals op bed vast. Ze loggen in op de i-Pad van het stel en maken 25.000 euro over van hun spaarrekening naar een lopende rekening. Op de gang zegt Admilson tegen Marcos: “We gaan ze kapotmaken.”' De broers lopen terug naar Jan en Greet. “Wie wil je?” vraag hij. “De man of de vrouw?” Marcos is moe, hij wil weg, dus zegt hij: “Doe mij die vrouw maar, zij zal minder weerstand bieden.” Jan stribbelt niet tegen. Admilson hoort hem nog een paar keer slikken. Dan wordt het lichaam in zijn armen slap.
De broers kijken elkaar aan, kijken Greet aan. Even is het doodstil. Greet Veenendaal hangt nog steeds in een wurggreep in Marcos' armen. Ze begint te gillen. Te krabben. ''Laat mij maar,'' zegt Admilson. Hij laat Jan los en neemt Greet van zijn broer over. Hij drukt een kussen op haar gezicht, ziet haar hand nog bewegen, een straaltje bloed loopt uit haar oor. Als haar hoofd slap gaat hangen, voelt hij aan haar pols, aan haar hals. De enige hartslag die hij voelt, is zijn eigen.
Verder lezen?
Het zeer aangrijpende artikel van onze verslaggever Karin Sitalsing vind je GRATIS en voor niets in de afbeeldingen boven het artikel. Ook kun je verder lezen door de pagina's hier, hier en hier downloaden.