Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Moreno Moser: Luitenant van Fabio Aru

Moreno Moser heeft sinds 2016 zijn draai weer gevonden. De Italiaan is dit jaar in de Astana-ploeg een belangrijke pion voor kopman Fabio Aru in de Giro d’Italia. “Ik voel me sterk in de laatste week als de andere knechten juist minder worden.”

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Vorig jaar leek Moreno Moser op weg naar een spectaculaire overwinning op het EK op de weg met een uitval in de slotfase, maar hij strandde met de finish in zicht en Peter Sagan veroverde het kampioenschap. Enkele dagen daarvoor, op 15 september, veroverde hij wel het brons in de tijdrit. “Tijdritten rijd ik graag, ik doe er niet eens speciale trainingsarbeid voor. In etappewedstrijden zie ik nog een ander voordeel, je hebt meer kans op succes omdat maar twintig procent van de renners in zo’n etappe echt voor het resultaat gaan.”

Mede door het goede EK hervond Moser zich vorig jaar na zijn moeizame seizoenen 2014 en 2015 die volgden op een stormachtige entree als prof in 2012 en een redelijk 2013. Als eerstejaars imponeerde hij met vijf overwinningen. Het begon met de eerste serieuze Italiaanse voorjaarswedstrijd de Trofeo Laigueglia over de Capo Mele (bekend van Milaan-Sanremo), dan volgde de Grote Prijs Frankfurt en in de Ronde van Polen won hij twee etappes plus het eindklassement. Er leek Moser een grote toekomst in het verschiet, zoals inmiddels is gebeurd met zijn leeftijdgenoten als de Pool Michal Kwiatkowski, de Slowaak Sagan (van 2012 tot 2014 in Mosers ploeg) en zijn huidige ploegmaat en landgenoot Fabio Aru, met wie hij in de categorie onder 23 vele keren de degens heeft gekruist.

Strade Bianche

Met grote overtuiging begon Moser dan ook aan zijn tweede prof jaar en sloeg alweer snel toe met met een geweldige overwinning in de Strade Bianche waarbij zijn solovlucht kundig werd beschermd door zijn ploegmaat Sagan. In dat jaar 2013 liet hij zich nog gelden in de Tour-etappe naar Alpe d’Huez, waar hij als derde eindigde maar daarna volgde een lange tijd met kleine blessures en grote onzekerheid zonder geluk en lef, waarop hij juist patent leek te hebben gekregen. De eerste opflikkering na de onthoudingstijd sinds zijn overwinning in de Strade Bianche kwam er pas in de slotrit van de Ronde van Oostenrijk in juli 2015. Bij de eerste ploegbijeenkomst van zijn nieuwe ploeg Astana afgelopen december in Montecatini keek hij er rustig en eerlijk op terug. “Het werd toch een obsessie, een blok aan mijn been, dat ik maar niet won.”

Desondanks ging het in 2016 nog een paar keer mis, toen hij tweemaal faalde in een Giro etappe: in Arezzo werd hij derde, maar meer ontluisterend was de finale in Pinerolo. Moser liet zich verschalken in de slotkilometer toen hij in de vlucht zat met Gianluca Brambilla, maar diens ploegmaat Matteo Trentin als een schicht vanuit de achterhoede terugkwam en beiden voorbijstak. Moser eindigde tweede. Moser verwerkte het beter dan in voorgaande jaren, presteerde als gezegd op het Europees Kampioenschap en kreeg zelfs een aanbod om bij het grote Astana te komen. Moser: “Ondanks dat ik tweemaal naast een etappezege greep denk ik dat die Giro voor mijzelf een ommekeer is geweest. Niet alleen kon ik weer strijden om een overwinning, ook het sterke rijden in de derde week gaf me vertrouwen.” 

In de nieuwe ploeg Astana kan volgens Moreno de definitieve stap naar de top worden gezet. “Het is voor mij de eerste keer dat ik echt van ploeg wissel. De eerste keer de overstap van Liquigas naar Cannondale veranderde alleen de sponsor maar bleef ik met veel mensen van mijn team samen. Ik ben natuurlijk wel blij met de nieuwe uitdaging maar was ook wel verbaasd dat ik bij de ploegpresentatie op het podium bij de kopmannen mocht staan. Dat betekent wel dat ze vertrouwen in me hebben. Ik ga de verantwoordelijkheid niet uit de weg en hoop ze terug te kunnen geven wat ze verwachten.”

  Moreno Moser tijdens de Trofeo Laigueglia.

Boven drijven

“Nee ik weet echt niet precies waarom ze me hebben aangetrokken, wellicht is mijn goede band met Aru een reden geweest. Dat ik in etappekoersen juist in de belangrijke derde week blijk heb gegeven sterker te worden, zal wel mee hebben gespeeld. Hoewel sterker, dat is relatief, ik verzwak gewoon minder dan de anderen en kom dus boven drijven. Zeker is wel dat ik dan belangrijk kan zijn voor Aru in de Giro. Ik houd erg van grote etappekoersen juist vanwege die derde week en zoals gezegd vind ik het ook fijn om tijdritten te rijden. Dan hoef je niet over tactiek of wedstrijdverloop na te denken en niet op anderen te letten, het is gewoon alleen maar concentratie op hard fietsen.”

Waarschijnlijk raken we hier een tere plek van Moser, zo bevestigt een van zijn begeleiders in het Astana kamp, ploegarts Andrea Andreazzoli, tijdens de Tirreno-Adriatico. “Al zijn tests zijn buitengewoon goed en in de wedstrijden laat hij zich ook zien maar tot een beslissende uitval die tot een overwinning leidt, zoals hij in de eerste jaren deed is het nog niet gekomen. Ik denk dat als dat een keer wel lukt, de doorbraak er alsnog komt. Hij is een renner die onze ploeg ontbreekt in de finales voor eendagswedstrijden. Maar ook de renner die hij nu is, kunnen we goed gebruiken in de ploeg, met name voor een grote ronde als de Giro waar hij een perfecte hulp voor Aru kan zijn, tot en met de laatste week, hij kan gaten dicht rijden en lang een hoog tempo op kop volhouden, dat kan beslissend en nuttig zijn voor Aru.”

Als we in maart de grote Moser, Moreno’s oom Francesco, eens aanspreken, zegt die het nog duidelijker. “Het probleem zit zeker in zijn hoofd, hij kan verschrikkelijk hard rijden dat zie je ook aan zijn tijdritten die hij zonder specifiek te trainen goed doet. Maar Moreno is geen vechter, ik bedoel hij reageert niet snel en adequaat op tegenslagen. In het wielrennen zit er heel vaak wel iets tegen en Moreno rijdt goed als hij vooruit rijdt en de benen voelen goed, ja dan kan hij winnen, anders buigt hij het hoofd en laat zich uitzakken. Maar laten we hopen dat hij dit jaar wat laat zien, dat zal de ploeg toch ook willen, lijkt me. Het wordt tijd dat ie eens wakker wordt en de juiste weg gaat vinden.”

Eerdere dip

De carrière van Moreno Moser overlopend zien we ook al in zijn amateurtijd een dip in zijn prestaties en zelfs een paar maanden stop eind 2010, nadat hij in zijn eerste jaar bij de categorie onder 23 niets had gewonnen. “Voor de eerste maal sinds mijn dertiende sloot ik een seizoen zonder overwinning, ik was de motivatie wat kwijt, en zag al mijn vrienden lekker uitgaan ‘s avonds. Overdag gaf ik meer aandacht om mijn school af te maken dan aan de training.”

De jonge Moser, de toen 19-jarige zoon van Diego uit Palù di Giovo, niet ver van Trento, was al tien jaar aan het wielrennen en de resultaten waren na een trage start met regelmaat gekomen. “Ik ben begonnen toen er hier in het dorp bij de plaatselijke club ook een categorie voor de allerjongsten, werd opgericht. We waren met 25 en ik ging er graag heen om met mijn vrienden te zijn en me te vermaken, maar winnen was er de eerste jaren niet bij. Dat kwam vooral door mijn neef Ignazio, de zoon van Francesco. Hij was wel twee jaar jonger dan ik maar een kop groter en veel sterker. Hij won alles tot ik hem in een zwaardere wedstrijd met wat meer klimmen de baas was. De winst gaf een heerlijk gevoel. Want ook al is het plezier in het fietsen de basis, het is toch echt gemakkelijker en leuker als je af en toe wint.”

Moreno Moser is de sterkste in de Strade Bianche van 2013.

Toen Moreno eenmaal ging winnen is dat niet meer gestopt tot het al vermelde jaar 2010. Zijn vader Diego vertelde ons enkele jaren terug over die periode: “Hij zag het niet meer zitten en wilde andere dingen in het leven, naar de universiteit zoals zijn vrienden. Ik had hem al die jaren in alle wedstrijden gevolgd en zei hem dat ie een grote kans liet liggen als hij nu zou stoppen. Daar was ik van overtuigd en ik zei hem dat hij wel al zijn energie aan de studie kon geven maar dat hij dan nog niet zeker was van werk in deze tijden. Hij heeft voor een keer geluisterd en is weer begonnen met trainen in de winter en in 2011 kwamen de resultaten.”

Als we met Moreno praten over die periode, maar vooral over een soortgelijke periode als prof na de eerste succesvolle aanloop, erkent hij dat er veel kritiek is geweest. “Ik heb met de wellicht goedbedoelde kritieken en adviezen veel moeten verdragen, ze hebben me zeker geraakt. Niet ieder moet het recht voelen en nemen om wat over mij te zeggen vind ik, ik zou het me nooit permitteren over anderen. Zeker is wel dat ik ook niet altijd honderd procent in mezelf heb geloofd, ik heb ook momenten gehad dat ik wilde opgeven en stoppen. 

Kracht komt uit jezelf

“Maar ik heb de juiste mensen om me heen gevonden die me weer stimuleerden de draad op te pakken. Ik noem liever geen namen omdat ik bang ben dat ik iemand zal vergeten. De grootste kracht komt uiteindelijk toch uit jezelf en dat moet ie ook komen want je moet het zelf doen. Ik heb wel vaak gevoeld dat ik het meer als vertier moest beschouwen dan als werk en plicht en druk. Dat heeft me afgelopen jaar geholpen om de weg omhoog weer te vinden. Meer genieten dat heeft me geholpen. Dit jaar zal het nog beter zijn met een smaakmaker als Michele Scarponi in de ploeg en met Aru die ik zo goed ken, een goede jongen. We hebben elkaar goed leren kennen sinds de EK onder 23, we hebben veel lol gehad.”

Moser is ambitieus genoeg om zelf ook voor zeges te willen strijden dit seizoen, want op de erelijst van de 26-jarige Italiaan staan nu zeven overwinningen. Moser: “Er zijn zeker tien extra wedstrijden in de WorldTour, ik wil in een van die zeker wat bereiken maar heb geen specifieke op het oog. Het wielrennen is veranderd, het maakt niet meer uit of je Montreal of Amstel wint, ze leveren voor de ploeg evenveel punten op dus voor je contract maakt dat niets uit welke je dan wint. Ik wil competitief zijn in WorldTour-wedstrijden. En in de etappekoersen goed zijn voor de capitano, dat betekent de kopman tot enkele kilometers van de finish brengen en als die dan wint is dat voor mij net zo belangrijk als zelf winnen.”

Hoewel hij met zijn kracht van grote waarde kan zijn voor de ploeg en de rust en zelfverzekerdheid lijkt te hebben hervonden, blijft het voor Moser worstelen tussen werken voor een ander, genieten van het fietsen en een grote zege behalen zoals zijn oom Francesco er zo vele heeft behaald. Een etappe overwinning in de Giro kan hem verder op weg helpen, hoofddoel in de Giro is om Aru te helpen in zijn strijd tegen de sterkste concurrentie ooit in de honderdste Giro.

Moreno Moser

Geboren: 25 december 1990, Trente

Lengte: 1.77 meter

Gewicht: 64 kg

Ploegen:

Cannondale-Drapac Pro Cycling Team (2011-2016)

Astana (2017-2018)

Belangrijkste overwinningen:

Trofeo Laigueglia (2012)

Rund um den Finanzplatz Eschborn-Frankfurt (2012)

Ritzege etappe 1, 6 en algemeen klassement Tour de Pologne (2012)

Strade Bianche (2013)

Ritzege etappe 8, Tour of Austria (2015)

Tekst: Ludo van Klooser