/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fcore%2Fpanorama-fallback2.png)
Zo kwam een onverwacht mooi einde aan een jaar waarin Oranje na twee gemiste eindtoernooien aantoonde weer over een hoopgevende toekomst te beschikken. Met de klinkende overwinningen in de Nations League op Duitsland (3-0) en Frankrijk (2-0) als hoogtepunten won de nationale ploeg ook de sympathie van de voetbalfans terug. Alles bij elkaar moet dat volgend jaar leiden tot kwalificatie voor het EK 2020, het grote doel van Koeman.
Heel lang zag het er niet naar uit dat Oranje in Gelsenkirchen de eerste plaats in de groep zou pakken. Het contrast was groot in vergelijking met de gewonnen krachtmeting met Frankrijk drie dagen eerder in Rotterdam. Oranje miste in het sfeerloze stadion van Schalke 04 de scherpte en overtuiging waarmee het de wereldkampioen bijna de hele wedstrijd had overvleugeld. Wellicht kwam dat ook door het ontbreken van de dynamische rechterkant van PSV. Denzel Dumfries zat op de bank, Steven Bergwijn geblesseerd op de tribune.
Slotfase
Oranje gaf veel ruimte weg tegen Duitsland, dat al wist dat het degradeert uit de A-divisie. In de thuiswedstrijd vorige maand had de ploeg van Koeman het geluk dat de Duitsers hun kansen onbenut lieten. In Gelsenkirchen was het wel direct twee keer raak. In de negende minuut trapte Werner de bal van buiten het strafschopgebied langs Jasper Cillessen. De aanvaller kreeg te veel ruimte van Matthijs de Ligt, die tien minuten later ook niet kon voorkomen dat Leroy Sané de 2-0 binnenschoot.
Het Nederlands elftal ontsnapte in de tweede helft aan een grotere achterstand. In de slotfase, met Luuk de Jong als stormram en aanvoerder Van Dijk ook in de spits, wist de ploeg van Koeman zowaar langszij te komen. Dankzij die miraculeuze ontsnapping heeft Oranje nu bovendien een extra kans om zich te plaatsen voor het EK.