/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fcore%2Fpanorama-fallback1.png)
De missie die naar de zon gaat, heeft de naam Punch gekregen. Vier satellieten, elk zo groot als een koffer, meten de zogeheten zonnewind. Dat is de stroom geladen deeltjes (zonnewind) die de zon constant afvuurt. De deeltjes doen er twee tot vier dagen over om de aarde te bereiken. Soms is er een grote uitbarsting van deeltjes, een plasmawolk. Communicatiesatellieten kunnen erg veel last hebben van zulke erupties. De Punch-sondes moeten ervoor zorgen dat plasmawolken beter te voorspellen zijn.
De zonnedeeltjes botsen op een gegeven moment tegen het magnetisch veld van de aarde. Bij de noordpool en de zuidpool duiken de deeltjes de dampkring in. Dat zien wij als het noorderlicht en het zuiderlicht. De twee satellieten van de tweede missie, Tracers genaamd, moeten in de buurt van de magnetische noordpool gaan vliegen. Daar moeten ze de botsing tussen zonnedeeltjes en het aardmagnetisch veld bestuderen. Die kennis kan satellieten en astronauten beter beschermen.
De twee missies kosten samen ongeveer 280 miljoen dollar, omgerekend bijna 250 miljoen euro.